persen

{{persen}}{{/term}}

I 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉

1 [samendrukken] press ⇒ compress

♦voorbeelden:

1   geperste houtvezels • compressed woodfibre

     je moet harder persen • you must press harder

II 〈overgankelijk werkwoord〉

1 [door drukken vervaardigen] press ⇒ 〈stempelen〉 stamp (out)

2 [door drukken uit iets halen] press (out) ⇒ squeeze (out)

3 [door drukken verplaatsen] press ⇒ squeeze, push

♦voorbeelden:

1   (vouwen in) een broek persen • press (creases in) a pair of trousers

     grammofoonplaten persen • press gramophone records

2   sap uit een citroen persen • squeeze (juice out of) a lemon

     wijn persen • press/crush grapes; 〈met de voeten〉 tread grapes

     〈figuurlijk〉 een bekentenis uit iemand persen • squeeze a confession out of someone

3   zich door een nauwe doorgang persen • squeeze (oneself) through a narrow gap

     〈figuurlijk〉 iets in een keurslijf persen • force something into a straitjacket

III 〈onovergankelijk werkwoord〉

1 [kind uitdrijven] push

2 [ontlasting uitdrijven] strain